manges blaren bleert
en de zilveren snaren
liept jao zachtjes met
geschreven in het 'Algemeen Beschaafd Nederlands' en/of in het 'Nedersaksisch dialect' het 'Achterhooks Butengewoon Nederlands' verzameld in min of meer willekeurige volgorde en immer onder constructie
De Moespot Nr. 281
de sok verweesd achter elaoten
in wastrommelgaete verlaoten
eeuweg in floribos geacht
rust zacht
de knoop buukend spant zich en rólt
de teen aover pens embonpoint bólt
navel bevri-jdend dan lacht
naold wacht
op strakke draod deur oog etrokken
één twee dri-j veermaal zónder brókken
opni-j de knoop op spankracht
vólbracht
boksepiepe pantalon estrekken
strak prik ik mien vinger now bekken
gulpend blood op al dee pracht
bedacht
ROET winter 2023-24
Opgegroeid met de muziek van Fats, mijmert de dichter over de derde maandag van het nieuwe jaar.
Prikspijt en planpijn
Dominostenen vallen, tonen
uit ander vers verzinnen de
bosbessenbult.
Te laat het boertje ingehouden.
‘t Speet hem dat hij geen plat water had
meegenomen.
Sowieso januari voor hem
een draaimaand, want zijn verjaardag in
het vooruitzicht.
De wet op de planpijnen werkt
bij het ouder worden anders;
de ervaring.
Goede voornemens voor de zwijnen
gegooid. Dus geen ‘Monday is a mess.’
De Bommelsteinse bermpoëten
Bommelstein, het groteske kasteel, takelt protestborden uit de diepe kelder.
Oude verzetspoëzie opgerakeld. Al zijn we klein. We vechten tegen de trein.
Marvelds Havezate zet burgemeester Dirk Dickerdack in de voetsporen van
Magister Hein Pannekoek. Maar dan andersom. Dirk wil wèl een Noordtak.
En spaart mens en dier. Geen spoorbaan hier. Dat zou Hein hebben gezegd.
Laat de trein maar varen. Kijk, de oplossing dobbert op de Groenlose Slinge.
De buurt zal zeker ontsporen. Als de Rommeldamse havenbaronnen scoren.
In spoorweg, snelweg, natuurweg! Toonder met de witte wieven uit Wicklow.
NEE, NEE, NEE geschilderd op de bielzen van een oud dood spoor. Want
Grolle JAO, JAO heeft geen trein besteld. Noordtak is moordlijn en stoortak.
Een woedende Eunice stak op en binnen een week volgde het woeden van de wereld. De dichter zocht naar antwoorden.
Hans Mellendijk bezocht de Kunstwandelroute Hummelo en regels uit vorige Enghuizer dialogen vloeiden uit zijn pen.
enghuizer geroezemoes in het grint
tussen opstanding en vurige tòngen
op het land van moevende schoevende coulissen
tekening
de lijn die de horizon zoekt
om dan de hoogte te volgen
de stralende lucht in de beek
vervloeit in een grandioos ik
lopen in aarzelende tred
steun voorzichtig op rechtervoet
de draai
schildering
de streek die de vlakken vindt
om dan het grasland te kleuren
schaduwen van bos in lange
banen gaan over in een jij
sluit aan
dansend door het bos lopen en
rennend langs de hoge bomen
alles
verbeelding
het woud dat alle wonden heelt
kleur van leven, geur van verval
licht in het donker aderend
smelten ziel aan ziel inéén, wij
golft voel
de rilling door beweging
voel de trilling van het bos
ontginning
de herinnering; opslag
van indruk en ontvangst en de
neerslag van hoe het beklijft
de heide, de hof, de stroom, hij
energie
de lijn die de horizon zoekt
om dan de hoogte te volgen
de stralende lucht in de beek
vervloeit in een grandioos ik
oerknal
geroezemoes in het grint
Hans reisde af naar Rotterdam en ervoer de vriendelijke mensen in de stad. Die in tegenstelling tot Amsterdammers zichzelf niet serieus nemen en grappen over henzelf maken. Met in gedachten Nijhoffs De moeder de vrouw schreef hij er het gedicht over.
De stad en de breedtegraad
‘k Ging naar Rotterdam om Depot te zien.
‘k Zag achter Winterswijkse spiegelzijden
De kunstverzameling niet te vermijden,
meer dan hondervijftigduizend en tien
dat ik daar liep, in 't spiegelkopje, dronken,
van kunstzin, van het landschap, wijd en zijd -
liet mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was Rotterdam de stad ik ervoer
‘t kwam langzaam bruisend mijn hoofd in gevaren.
Is het soms dezelfde, breedtegraad 't roer,
dat ik hoorde wat het zong als kussen waren.
O, dacht ik, o, stad daar mijn liefde voer.
Prijs ons, zong hand in hand kameraden.
De dichter hoorde dat de maïs, een maand eerder dan gewoonlijk, hakselend van het land werd gehaald. Eindelijk weer zicht op de wereld. Op hetzelfde moment vernam hij het voornemen van de Achterhoek Board om niet meer te gaan voor het droomscenario van een vierbaanse N18, de Twenteroute. Hans mijmert over De wet van de remmende voorsprong, die door Jan Romein in 1937 is vastgelegd in zijn essay 'De dialectiek van de vooruitgang'.
Hard- of zachtboard
Is hier de wet van de remmende voorsprong van kracht
het fenomeen
dat een leidende positie er toe kan leiden
dat er dan weinig aan stimuleren wordt gedacht
om verder voorop te lopen of uit te breiden?
Of kreeg de Board, dankzij het schitterende licht
het verschijnsel
dat ontstaat na hakselend geraas van de bekken
na het oprapen, trekken, snijden, kneuzen, pletten
een helder moment, blik op de wereld, een inzicht.
En is inmiddels het omgekeerde in werking
het bedachte
dat uitzichtlijk standpunt over de 4-baans lobby
de slagmaals verlekkerende troetelbaanhobby
dat er hard is ingezet op N18 bashing.
Denkend aan Twente wil de Board taaivloeiend verkeer
het beamen
dat de toekomst van snelverkeer is; langzaam en sloom
als treintjes achter elkaar rijden, minder is meer
en houdt men in een zacht besluit de crises in toom.
De dichter zag begin november Achterhoekse burgemeesters in een kookbattle in het kader van Slow Food Achterhoek. Hij miste het oer Achterhoekse gerecht Karnemelkse saus.
Woordenwisseling
Nieuwe woorden van Dales verlangen:
boektokken
bofbelasting
emojibaby
zevenvinker
geen één die bij mij is blijven hangen.
Lao'w mangs token jaor ’t heft in eigen handen
nemmen en de van Dale dikker maken met:
pieneköttel
biesterbane
goodgaon
weurde teruggevonden in de
floribos
teruggeven aan ’t standaard Nederlands.
Tweeduuster
In zone van ‘t tweeduuster
file trekt langzaam op huus an
vanuut rechter ooghook
gallemgaten hoog uut e löcht.
Kerktoren op industrieterrein
minaret veur zukende muzelman?
De hel gaele M op hoge paol
in eeuwenolde tempeltraditie.
Haost ow naor ‘t gebed,
haost ow naor ‘t welslagen.
Laot de kinder töt mi-j kommen.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
Ik bun ‘t brood des laevens.
Mmmmmmmmmm ...
Big Mac
Quarter Pounder
Mc Chicken
Big Tasty Bacon
Chicken Mc Nuggets
Filet-O-Fish
Gruunteburger
Mc Kroket
Cheeseburger.
Heilige Dri-j-eenheid:
Coca Cola, Kerstklaos
& Ronald McDonald.
Happy Meal
Happy X-mas
Happy X-Mac.
Ik bun ‘n hamburger.
De dichter beluisterde de ode ‘Hier in de Achterhoek’ en bekeek de videoclip.
Ode
Een putdeksel uit Terborg van Nering Bögel
irgendwo elders. Een karabijnhaak van de
Heidesmid aan een lantaarnpaal in Oxford.
Grolsch in Manhattan New York noopt mij
tot beeldrijmig selfie: groene fles met beugel
en de Empire State Building. Een Lundia
kast in een ver weg bibliotheek, het zwelt
mijn borst tot slagschiphoogte, sentimentaliteit
wat Achterhoekse nijverheid zoal vermag.
De kleurrijke tapijten van Gaudium. Ja
Winterswijk in de Ridderzaal en het Louvre.
Een ATAG-oven in een Antwerpse keuken.
Ik ervaar het niet bij regionaal groen vlagvertoon.
Ongein van de feestfabriek, verloren, verstrikt
geraakt in serieuze ingenomenheid.
Het leek vervolg te krijgen met een heus volkslied.
Wat een opluchting toen het uiteindelijk een
ode bleek op de taal, het landschap, het ritme
van de jaargetijden en de stronteigenwijsheid.
Maar waar zijn de vrouwen vroeg de dichter zich af,
toen hij de begeleidende video bekeek.
Zijn de dames echt zo bescheiden? Of afgeknapt,
vrouw Haverkamp indachtig, op eerdere lofzang?
Verscholen achter haar imposante borsten?
Enerzijds ziet Hans de tegenstroom ontstaan. Anderzijds slaat het verval toe. De dichter zet als bemoediging haiku’s in.
De oude bard Bob Dylan werd tachtig, de gemeente Bronckhorst presenteerde zijn plannen voor het plaatsen van windmolens in Eldrik en Laag Keppel. Hans hoorde een lied in zijn moerstaal en zag dansende dames.