In het zielszog van mijn grijnzende opa.
De warme naamgever van mijn vaders kant
dendert Schmidt, Ja zuster, nee zusterend na.
In era van vrije geluiden beland.
Aan moeders kant koude? Het zou mooi zijn. Wis
en waarachtig staan in dit gedicht. Maar Neen.
Wel tale Kanaäns dagelijks bij de dis.
Blinkend doornen in bos van geloof en been.
Hel, verdoemenis of vlees, botten en bloed?
Dis onderwerpelijk of verstandelijk.
Sis onderkruipelijk en onbedaarlijk
klinken ballonnen knappend. Leeglopend goed.
Hoepla! Phil Bloom vrijzinnig hooglied zingend.
Ik zag in gräölende ogen ’t bloemenkind.
Hendrix op de eclectische luit swingend.
Ook op zoektocht naar antwoorden in de wind.
Bij zien is nog geen hebben, in dat dispuut
zag ik me eendrachtig zielstochtig weren,
nam ik afscheid van kerk, dat hels instituut.
Om hier en nu, af en toe, even terug te keren.
gepubliceerd ter gelegenheid van het 135-jarig bestaan van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB afdeling Varsseveld in 't bundeltje 'Vrijzinnig Gedichten Gebundeld' met ook werk van Henk Beunk, Jolanda van Erkel, Ankh Gussinklo, Marjan Hengeveld, Dia Kleinnibbelink, Louis Radstaak, Peter Samwel, Bert Scheuter, Mariët Sevink, Hally Weenink en Esseldien Wennink, oktober 2008 | Poëziepuntgl - jaargang 6 - nummer 4 - december 2008 | Trouw dicht in de buurt - bundel Gelderland - 8 februari 2010
Hoe toepasselijk, dank je!
BeantwoordenVerwijderen