tweeluik bij een tekening en schilderij van Gerard Wensink
1.
Kleuren in schaduw neergestreken
zingen het sonore koor,
- De moeder stond door smart gesteven -
droom ik dat Andy Warhol speurt
naar Rembrandt van Rijn. Hoe ik
hem naar Bredevoort sleep?
Wens ik schets te zien voor
Andy’s eerste film in eindeloze loop?
Ik ruik de lucht van de vermicelli soep.
Hoe Maggi in de ogen geurt.
De tijd bij de pols omklemd
tekent zondagsrust.
Gevoel onbestemd.
Hyphnos maar ook
Thanatos wordt er gefluisterd.
De tweeling eeuwig gekluisterd.
En de vraag
wie er wanneer kust.
1.
Kleuren in schaduw neergestreken
zingen het sonore koor,
- De moeder stond door smart gesteven -
droom ik dat Andy Warhol speurt
naar Rembrandt van Rijn. Hoe ik
hem naar Bredevoort sleep?
Wens ik schets te zien voor
Andy’s eerste film in eindeloze loop?
Ik ruik de lucht van de vermicelli soep.
Hoe Maggi in de ogen geurt.
De tijd bij de pols omklemd
tekent zondagsrust.
Gevoel onbestemd.
Hyphnos maar ook
Thanatos wordt er gefluisterd.
De tweeling eeuwig gekluisterd.
En de vraag
wie er wanneer kust.
2.
Kleuren in schaduw neergestreken
weifelend vloeken.
Geweken lof en ochtendlust.
Terwijl de zang er 't spel speelt,
onheil bezwangerd licht teelt.
Van de wijs, sluierend zonlicht zeven.
Lichtplekken op de muren zweven.
Aankondiging van de jongste dag.
Was ook Belcampo hier op reis?
Kwam hij over het mooie veld
en liet wat hij hier had gezien
thuisgekomen daar gebeuren.
Bredevoort in een sluimerend uur.
Voordat het wakker werd gekust
door al de muzen,
door de boeken, de literatuur.
Kom spring maar en zing de winter uit.
De lente in, kom maar zomer en muit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten