Achter
Komend uit een graafschap, gelegen
tussen snelheid en paardenkracht:
‘Na ober gif mi-j dat bier ‘ns an, en raps!’
Bij Eibergen achter de watertoren
een taalgrens in schrijfwijze en klank:
‘No aber gif mien aans smangs ’n colaaaa.’
Achter Berkel, Buurserbeek
Twentekanaal of Schipbeek
met de haanden in de tuk.
Joa, doo mer heaneg an.
In gedachten in Het Bolwerk verzonken, tussen
pisbak en tapkast het flipperapparaat, achter
het glas Duvel wol ik manges dreumen: mangs
zeggen ze smangs, smangs zeggen ze mangs.
Twentenaren zijn mijn kalme neefjes. Samen
in verscheidenheid en georven bescheidenheid.
Boh wisse. Jao jao. Joa joa.
Hans, ik miste jouw gedichten al een paar maanden in de Moespot en maakte me ongerust. Na speuren op het internet kwam ik o.a. bij dit prachtige gedicht uit. Gelukkig je bent er nog.
BeantwoordenVerwijderenInmiddels opgenomen in de bundel ‘De taal levert mi-j ‘n streek’: uitgeverij Fagus of bij mij te bestellen.
BeantwoordenVerwijderen