geschreven in het 'Algemeen Beschaafd Nederlands' en/of in het 'Nedersaksisch dialect' het 'Achterhooks Butengewoon Nederlands' verzameld in min of meer willekeurige volgorde en immer onder constructie
Toorop, wachtend op vertrek in de treincoupé naar Nijmegen via Arnhem mijmerend ziet hij daar plots, sporend als een rechte lijn vanaf Doetinchem richting Winterswijk; is dat niet schildervrind Piet?
Het laten bij dat idee in alleswetend niets.
Of checken: 1. dienstregeling traject Winterswijk-Zevenaar 2. dagboek aantekeningen Jan Toorop 3. archieven Diepenbrock & Reigers Ulft 4. archieven familie Mondriaan 5. archieven Frans Deurvorst 6. enz. Dan later in de verte schaatst Herman Eduard Knaake sierlijk een haarscherpe handtekening onder zijn Achterhoeks landschap.
Achter die ruimte de vrijheid nemen om naar te kijken om te hunkeren te laten lopen te laten spelen is dat niet scherper? Strak over het middenvel scoorde rillingsgewijs linkerspanningsveld een nooit tevoren gevoelde toorn gloeiende koorts tja, hoe zeg je dat? 1 om open te snijden? 1 om dicht te laten? Achter die ruimte
Wat als zoveel eerder de rekenaar was ingeschakeld op de griffie van de rechtbanken? Breukelen, in bijzonder. Wellicht zoveel meer Bloem en domweg geluk in Nederlands stratenplan en formaat van kranten aan de natuur overdacht. Wat als, ...? Nog meer dit lege hart? Nog meer dit zijn tot niet zijn geschapen? Gedicht?
Da'k doar helemaols veur naor Amsterdam heb motten afreizen um 't te leazen op schoolborden zwart eschreven in vlotte letters: 'Herverovering van 't nów!' Nów viere wi-j 't leaven. In 'n old schoolgebouw waor de tied zelf lik stil te hebben staon in hasjies löch verloren geuren um weer wieter te gaon. Gepubliceerd in De Moespot, september 2014, Nr. 243.
Bob Ross | 1964 | Suprematist Composition | Where did our love go | 1964, oil on canvas, 80.4 x 80.6 cm. | On loan from Marni Joghert Foundation | Museum of Modern Art | Detroit
In herinnering Jan Manschot (21 september 1947 - 2o januari 2014) Hie was d'r veur pauwen en poeten vieren 't laeven as gin ander halfstónd e veur iedereen met zien lach van hier töt gunder. Onze koetsier op de bók, tsjakke boem, tjakke boem veur eeuweg op de kapok. De lampen bunt uut de show is gedaon, bi-j vale maone hie kik ow nów an, ritmemeister van brekken en angaon. Sóh, ajouw, ... wi-j mot now echt verdan. Onze koetsier op de bók, tsjakke boem, tjakke boem veur eeuweg op de kapok.
Herinnerings bunt neet weg te slieten, tötdat da'k zelf ok de tied uutglied.
Gepubliceerd in De Moespot | 57e jaorgang no. 241 | meert 2014
Het rokje ontvouwt zich zwierig als zonneschild 't lijkt wel weer geregisseerd door de mannen van Het instituut voor Praktische Poëzie. Het flitsblokje onder weg naar het punt L2. 1,5 miljoen kilometer verderop. Aan boord de precisie telescoop camera's. Zo scherp; ze een Euro op de maan zien liggen.
We gaan ons binnenkort anders zien in het heelal op otofoto van melkwegstelsel in 3D. Gaia ga, ga Gaia ga, .. Je staat in de sterren.
Verkreukeld, verfrommeld, verfomfaaid uit een vervlogen tijd aangewaaid kijkt James Dean mij ongegrond opstandig aan vanaf een verlopen calendarium uit ’91. Ik vraag mij af, nu ik uitgeput maar voldaan, na een lange feestelijke wandeling, in het gras lig denkend aan zo’n enerverende vlucht uit het verleden: ‘Hoe vliegt de tijd?’
Door ’n prille meid zag ik je zo-even nog snel verkocht terwijl jij liever de vrijheid zocht. Bent toen uit het Vondelpark door de wind meegezogen met scharrelend zwerfvuil door het Rembrandtpark gevlogen. Op het laatst neergedaald voor de GAK-kantoren. Om als een objet trouvée, in de tijd bevroren door mij bewust te worden geadministreerd.
Uiteindelijk in dit vers hartstochtelijk vereerd.
gepubliceerd in Poëziepuntgl - jaargang 4 - nummer 1 - maart 2006 | Seeshirt - Het 13e Erbarmen Festival - Hoe vliegt de tijd? - Varsseveld, 3 juli 1993 | Trouw dicht in de buurt - bundel Noord-Holland-8 februari 2010
Voor mijn tweelingzus Willy Was het die avond, dat hij Pegasus besloeg, hem nieuwe ijzers gaf om de hippocrene - in een hoefstamp ontstaan - stampvoetend te beschermen? Dat vader ma besteeg en ons verwekte? Veel later als we iets moeilijks vroegen. Reader's Digest spelde hij als het best. Zijn Helikon en bron. Berichten van de Parnassusweg, in naoorlogse zon, die ook Pegasus als beeldmerk droegen. JA/NEE zegel verwijderd van morele herbewapening. Een wakker worden van jewelste uit Amerikaanse dromen. En bruggen tussen generaties spleten tot kloven. Zonder smid hadden de sikkels nooit geblonken. Zonder dichter anders geklonken.
Mijn vaders Volkswagen verdwaald op een zandweggetje reed. Zoekende langs lange vaarten op weg naar geborgener oord. Fantasieën in kattenbak beelden van draaiend koord scharen, asfalt verslindende schaven, schrapers en ander landbouwwerkkundig tuig. Verkruimelde zandtaarten. Dan jaren verder als ik in de achteruitkijkspiegel mijn zoon zie spelen op de achterbank. Een magnetisch spel van aantrekken en afstoten in slechts één enkele tel voltooid met een alles verwoestende vuistslag. Staafjes en balletjes tandwielen vliegen van de hoedenplank. En behalve het feit dat ik mezelf in de tijd weerspiegeld zie, zie ik de vierde wet van Newton in werking. De genen tomeloos in toom. De appel valt niet ver van de boom.
Gepubliceerd in Poëziepuntgl - jaargang 6 - nummer 1 - maart 2008 | Trouw dicht in de buurt - bundel Drenthe - 8 februari 2010
Ongeduldige lichamen streng gedirigeerd in een rij voor de ingang van het Gebouw voor Christelijke Belangen. Of was het bij de Eendracht of toch bij Zonneman Arendsen? De Dikke en de Dunne ging het al weken fluisterend blij in koor van de ene mond naar het andere oor. De beelden gruwgloeiden nog jaren na in angstgeschrei in nachtmerriedromen of déjà vu’s als timmerfabrieken als de Deco, Suselbeek, Svedex of Lundia passeerden. Stan schaaft een reep uit het zitvlak van zijn broek. Wie? Ben je doof? Stan Laurel en Oliver Hardy. Daarna oorverdovende tocht door de lintzaagmachines. Oliver wordt uitgespuugd door afzuiginstallatie. Scheerscène met verkleefde teerkwast. Helse lachlawines. En telkens weer hoor ik ons joelen: “We want more!”
gepubliceerd inPoëziepuntgl- jaargang 6 - nummer 4- december 2008 | Trouw dicht in de buurt - bundel Gelderland - 8 februari 2010
Fietsend op de maat van de tamboerijn man over de Heelweg naar de keet waar karabijnhaken worden gefreesd en gesmeed. Verveling is het vakantieleed waar ijzeren staven verspanen op de maat van snerpende zagen. Spetters krullend spaan littekenen tot stoer doen op startblok sintelbaan. Vrees noch angst in de kop. Centrifugerende krachten maken me wijzer onder het hels kabaal van ijzer op ijzer. Oerbanken weerbarstig in het zand. Onder de tegels zichtbaar het strand.
gepubliceerd in Smeedwerk, bundel van de Omsmeders in het kader van Gebiedsgericht Cultuurbeleid Gelderland, 15 juni 2007 |Poëziepuntgl- jaargang 5 - nummer 4 - december 2007 | Trouw dicht in de buurt- bundel Gelderland - 8 februari 2010
Roomse Herrie, City-Lido, Groenlo 17 februari 2008
Onder klanken van een nostalgische Mc Cormick’s blues. Teloorgangmuziek. Ik word aangesproken met hé ouwe Berini-coureur. Hersengymnastiek. Moet heel ver graven naar mijmeringen met diepere kleur. Brommercrosshectiek. Leren pilotenkap versterkte voelbare vogelwens. Volare. Kerkpleinromantiek. Brommer vernoemd naar Charles Lindberghs’ mare. Oceaanvlucht op ritme van The Spirit of St. Louis blues. Lucht- en zeezuchtziek. Geluk. Ik bezit geen motorolieklauwen geen Castrol door mijn aderen vloeit zoals bij maat Bennie van den Blauwen die altijd maar aan motoren knoeit. Ik zou ‘t tot vliegtuig hebben gevouwen. Weinig zen in mijn motoronderhouden. Nel Blu Dipinto Di Blu. Engelenlyriek. Voo-laare! O-ho hoe ontgooglend toen ik las dat Berini stond voor Bernd, Rinus, Nico.
Varsseveld, Doetinchemseweg 62, 9 oktober 1967
In het zielszog van mijn grijnzende opa. De warme naamgever van mijn vaders kant dendert Schmidt, Ja zuster, nee zusterend na. In era van vrije geluiden beland. Aan moeders kant koude? Het zou mooi zijn. Wis en waarachtig staan in dit gedicht. Maar Neen. Wel tale Kanaäns dagelijks bij de dis. Blinkend doornen in bos van geloof en been. Hel, verdoemenis of vlees, botten en bloed? Dis onderwerpelijk of verstandelijk. Sis onderkruipelijk en onbedaarlijk klinken ballonnen knappend. Leeglopend goed. Hoepla! Phil Bloom vrijzinnig hooglied zingend. Ik zag in gräölende ogen ’t bloemenkind. Hendrix op de eclectische luit swingend. Ook op zoektocht naar antwoorden in de wind. Bij zien is nog geen hebben, in dat dispuut zag ik me eendrachtig zielstochtig weren, nam ik afscheid van kerk, dat hels instituut. Om hier en nu, af en toe, even terug te keren.
gepubliceerd ter gelegenheid van het 135-jarig bestaan van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB afdeling Varsseveld in 't bundeltje 'Vrijzinnig Gedichten Gebundeld' met ook werk van Henk Beunk, Jolanda van Erkel, Ankh Gussinklo, Marjan Hengeveld, Dia Kleinnibbelink, Louis Radstaak, Peter Samwel, Bert Scheuter, Mariët Sevink, Hally Weenink en Esseldien Wennink, oktober 2008| Poëziepuntgl- jaargang 6 - nummer 4 - december 2008 |Trouw dicht in de buurt - bundel Gelderland - 8 februari 2010